Taekwondo: de weg van de voet en de hand
Taekwondo komt oorspronkelijk uit Korea en stamt uit de eeuw voor Christus. Korea is een land met een dynastieke historie en invloeden uit China en Japan. Letterlijk betekent taekwondo de weg van de hand en voet. Taekwondo onderscheidt zich van andere vechtsporten vanwege de doorontwikkelde been- en voettechnieken.
De grote diversiteit in trainingsvormen maakt taekwondo tot een aantrekkelijke sport voor jong en oud, die bij uitstek geschikt is voor het verbeteren van de fysieke conditie, lenigheid en coördinatie. Tijdens de trainingen wordt de nadruk gelegd op het technisch correct uitvoeren van trap- en stoottechnieken. Hieraan worden in een latere fase soepelheid, snelheid en kracht toegevoegd. Zelfbeheersing, sportiviteit en respect staan centraal. De verschillende technieken die worden aangeleerd komen terug in vijf disciplines: stijlvormen, sparring, stapsparring, zelfverdediging en breektesten.
Evenals andere budosporten wordt bij taekwondo een graduatiesysteem toegepast waarbij het niveau wordt uitgedrukt met banden. Tot de zwarte band kunnen zogenaamde geup-graden worden behaald in clubverband. Daarna volgen de dangraden. De examens hiervoor zijn landelijk. Behaalde dangraden worden door het TBN en WTF officieel geregistreerd. In totaal zijn er 10 geup-graden en 9 dangraden te behalen, hoewel de 9e dangraad alleen in zeer uitzonderlijke situaties wordt toegekend. Vanuit het WFT wordt eveneens wereldwijd de lijn uitgezet hoe het moderne taekwondo eruit moet zien. Het WFT zetelt in Kukkiwon, Zuid-Korea.